Verslag van lezing Kees van der Pijl: De stand van de crisis
Kees van der Pijl is politiek econoom en emeritus professor in de Internationale Betrekkingen. Schrijver van o.a.: Modes of foreign relations and Political Economy”, “The making of an Atlantic ruling class”, maar ook romans als “Esprit de corps”, “De Flat” en “De greep naar de macht”.
Van der Pijl constateert in de maatschappij een enorme verkramping zichtbaar bijvoorbeeld met betrekking tot de aanslag in Parijs maar ook ten aanzien van de jongen die het NOS journaal wilde verstoren of de houding ten opzichte van Poetin. Er is geen debat mogelijk, geen nuance. Of je volgt of je ligt er uit.
Ten aanzien van de jongen die het NOS journaal wilde verstoren is duidelijk dat de jongen overstuur was, een bepaald idee had gekregen over de wereld waarbij een complottheorie de kern van zijn visie was geworden en hij nergens dat idee voor het voetlicht kon krijgen. Want voordat hij naar de studio ging met een neppistool had hij zijn verklaring aan allerlei mensen en media rond gestuurd, maar niemand had daar iets mee gedaan. Ook van der Pijl heeft een aantal weken voordat de jongen naar de studio ging met een neppistool de tekst die hij wilde voorlezen gestuurd gekregen.
Als deze zelfde jongen 20 jaar geleden voor de deur van de NOS studio had gestaan was hij gewoon weggestuurd. Nu in de maatschappelijke angst voor terroristische aanslagen lukt het deze jongen om met een neppistool en een verwarde boodschap een paar uur lang een studio te beletten uit te zenden en daarenboven wereldnieuws te worden.
De jongen in kwestie was overstuur, bijvoorbeeld over de gebeurtenissen in Parijs en de wijze waarop de media, de publieke opinie, met deze gebeurtenissen om ging. Zijn afwijkende standpunt over de gebeurtenissen in Parijs werden – in de media althans – door niemand gedeeld. Van der Pijl benadrukt dat dit niet alleen deze verwarde jongen overkomt, maar dat iedereen die een afwijkende mening heeft over de maatschappij en vraagtekens zet bij de gangbare meningen geweerd wordt uit de media. Oppositiestandpunten worden niet meer geaccepteerd.
Dat was vroeger anders. Vroeger was er meer ruimte voor oppositie en dat hield verband met de machtsverhoudingen in de wereld. Door het bestaan van de Sovjet Unie werd het westen gedwongen kritische geluiden binnen de eigen maatschappij te laten horen; de westerse maatschappij hield rekening met het bestaan van de Sovjet Unie en de invloed die dat bestaan had op de westerse maatschappij. Nu bestaat er geen tegenwicht meer tegen de westerse maatschappij en bestaat de informatievoorziening vrijwel uitsluitend uit informatie van de officiële kanalen.
Van der Pijl noemt de houding van de maatschappij bewust een verkramping omdat het haast letterlijk een kramp is waarin de gevestigde orde terecht komt wanneer een poging wordt gedaan vraagtekens te zetten bij de mening van de officiële kanalen. Die verkramping is niet rationeel en ook de reacties op bepaalde gebeurtenissen – zoals het neerschieten van de MH17, de gebeurtenissen in Parijs- zijn zeer emotioneel. Emoties als rouw, verdriet worden publiek gemaakt (ook mensen die niemand kenden in het vliegtuig uiten zich in woorden van intens verdriet en rouw) en wie niet mee doet met deze publieke rouw wordt beschouwd als een aanhanger van de vijand.
Benjamin Walker beschreef de opkomst van het Fascisme en constateerde dat bij het Fascisme politiek de bron van emotie werd. Politiek werd een zaak van leven of dood.
Het Fascisme stelde dat het volk eenduidig en eenvormig was en gezamenlijk een biologische eenheid vormde; het volk was in essentie gezond maar een beetje ziek door bepaalde elementen. Als die elementen eenmaal verwijderd waren zou het goed komen.
Bij deze visie hoort de stelling dat kritische geluiden een gevaar zijn voor “onze” waarden en het laatste woord in een dergelijke politieke situatie is oorlog. Oorlog is een emotionele reactie op conflicten.
In crisissituaties rolt de publieke opinie één kant op en verkrampt bij iedere uiting van een andere mening, een nuance of een kritische beschouwing. Omdat het een verkramping is, is er geen uitweg. De maatschappij komt niet meer uit die kramp. De normale flexibiliteit van de maatschappij is verdwenen.
Het kapitalisme staat in een bepaalde opstelling en raakt ongeveer iedere 20 á 30 jaar in een crisis waarbij de opstelling van het kapitalisme zich moet aanpassen.
Iedere machthebber, zelfs de ergste dictatuur, functioneert dankzij compromissen. Een substantieel percentage van de bevolking moet het systeem ondersteunen en er in geloven om de machthebbers aan de macht te houden. Dit bereiken de machthebbers via compromissen; zonder compromis ontstaat een crisis.
Na de tweede wereldoorlog functioneerde het kapitalisme dankzij een klassencompromis.
In 1945 is het kapitalisme een compromis aangegaan met de arbeid (industriekapitaal en arbeid). Dankzij dit compromis kon in West-Europa de welvaartstaat worden opgebouwd. De welvaartstaat kwam er voor “ons” mede dankzij het bestaan van de Sovjet Unie en de uitbuiting van de Derde Wereld (en binnen onze eigen grenzen de “gastarbeiders”). Daarnaast ontstond er een stijging van de productie (door technische ontwikkeling) die hoger lag dan de stijging van de loonkosten.
Het compromis tussen kapitaal en arbeid betrof bijvoorbeeld de AOW in Nederland, de ziektewet in Groot Brittannië enerzijds en de steun van het kapitaal aan de koude oorlog en de koloniale oorlogen anderzijds.
In de jaren 70 liep dit klassencompromis vast en werd vervangen in de jaren 80 door het compromis tussen financieel kapitaal en eigenaren van onroerend goed uit de middenklasse en van de pensioenfondsen. Dit was een compromis dat steunde op de middenklasse, maar door de pensioenfondsen ook nog deels op de arbeidersklasse. Dat compromis is rond 2000 (sommigen zeggen 2007) vast gelopen.
Op dit moment heeft het kapitaal geen partner noch kracht in de maatschappij om privatisering en deregulering te ondersteunen.
In de jaren 70 toen het ene compromis werd vervangen door het andere compromis leidde dit tot verzet. De arbeiders verzetten zich tegen het verlies van de status quo.
Een oplossing voor de overgang van het ene naar het andere compromis is de strategie van spanning.
In de jaren 70 waren er in Europa spanningen door aanslagen, “terreurorganisaties”.
Tot 1979 was Turkije een dictatuur, Griekenland was tot 1974 een dictatuur.
In Italië was de Rode Brigade actief, die de Christen democratische politicus Aldo Moro ontvoerde en vermoordde, de RAF in Duitsland, in Turkije waren spanningen maar ook in Nederland met de acties van Molukkers en begin jaren 80 de Bende van Nijvel in België.
Ten aanzien van de terroristische aanslagen bestonden/bestaan samenzweringstheorieën. Zo is een theorie dat Aldo Moro is vermoord omdat hij een regering wilde vormen met de Communistische partij, door “het comité van 300” waar o.a. Kissinger bij betrokken was. Rond de Bende van Nijvel zijn talloze samenzweringstheorieën gevormd en is tot op heden onduidelijk wie er achter deze overvallen zat. Maar ook waar wel daders zijn veroordeeld is niet eenduidig vast te stellen wie er in de schaduwwereld van deze groeperingen betrokken was bij de aanslagen. De publieke opinie en de politieke partijen ter linkerzijde stelden zich op het standpunt dat dit terrorisme diende te worden bestreden. In dat kader sloten de regerende politieke arbeiderspartijen zich aan bij het kapitaal ter bestrijding van het terrorisme en hielpen daarmee de vervanging van het compromis kapitaal/arbeid naar kapitaal/financiële activa te vergemakkelijken.
De compromissen die het kapitalisme sluit zijn niet abrupt afgelopen. Resten van een compromis leven nog enige tijd voort. Het kapitalisme functioneert via een kernstructuur die vertakt is en vervangen kan worden door een andere kernstructuur, waarbij de oude structuur via de vertakking nog lang kan blijven bestaan. Het kapitalisme is geen blok beton maar, integendeel, een subtiel en flexibel systeem dat ieder bloempje in de maatschappij kan pakken en meenemen in het kapitalisme, maar ook heel snel weg kan gooien wanneer het niet meer bruikbaar is. De compromissen die het kapitalisme sluit vormen ook geen abrupte tijdperken die op een moment totaal worden vervangen door iets anders. Er is een overloop.
Het compromis dat volgde op het compromis tussen kapitaal en arbeid had ook componenten van het eerdere compromis bijvoorbeeld doordat de pensioenfondsen, die het de toekomstige pensioenen van arbeiders beheren, in dat nieuwe compromis mee functioneerde, maar ook omdat onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers niet opeens voorbij waren.
Nu bestaat er geen compromis meer, maar bijvoorbeeld in Spanje overleven hele families die werkloos zijn, dankzij de inkomsten die de oudste generatie van de familie uit een pensioen ontvangt. Ook nu zijn nog segmenten van oude compromissen werkzaam waardoor mensen nog een zeker geloof in het kapitalisme, en de werking van het compromis vasthouden.
Piketty is een mainstream econoom die op zich geen nieuw verhaal vertelt, maar door zijn positie in het debat – mainstream – is zijn verhaal uiterst belangrijk en interessant. Hij onderbouwt dat de ongelijkheid tussen arm en rijk steeds groter wordt en dat dit overeen komt met de situatie in de 19e eeuw.
Terug naar de aanslagen in Parijs. De waarheid omtrent die aanslagen is mistig. Hoe de aanslag – gepleegd door mensen die al bekend waren bij de politie – kon worden gepleegd, blijft onduidelijk. De daders zijn gedood en de publieke opinie is overtuigd wie de daders zijn en wie er schuld heeft. Maar er zijn tal van vraagtekens over de hele gang van zaken.
De jongen die de NOS studio bezette, had invulling gegeven aan die vraagtekens door een complottheorie. Deze complottheorie wilde hij plaatsen naast de overheersende mediaberichtgeving, maar dat lukte hem niet (en is hem tot op heden niet gelukt, want de verklaring is nergens te vinden).
Dit hangt samen met de maatschappelijk en politieke crisis die bestaat naast de veel prominenter genoemde economische crisis. De maatschappelijke en politieke crisis, veroorzaakt door een gebrek aan vertrouwen in het kapitalistische systeem, leidt tot spanningen en een verkramping van de maatschappij.
In de jaren 30 leidde de crisis van het kapitalisme tot fascisme en uiteindelijk een wereldoorlog.
Er zijn in de huidige tijd ontwikkelingen die zouden kunnen leiden tot een grote oorlog. Bijvoorbeeld de situatie in de Oekraïne of de oorlog tegen “terreur”.
Dat is een hele beangstigende ontwikkeling vooral omdat zich geen nieuwe kandidaat lijkt voor te stellen voor het sluiten van een compromis met het kapitalisme. Er was een mogelijkheid, wellicht, geweest voor “Groen Kapitalisme”. Maar deze kans is voorbij gegaan.
Van der Pijl ziet eigenlijk op dit moment geen mogelijkheden meer voor een compromis van het kapitalisme in die richting. Dit terwijl de ecologische grenzen al lang zijn bereikt doordat de economische explosie sinds de 19e eeuw ten koste is gegaan van enorme hoeveelheden grondstoffen.
Van der Pijl is somber over de toekomst omdat hij enerzijds constateert dat het kapitalisme steun verliest en daarvoor geen oplossing heeft.
Anderzijds omdat in de maatschappij dit vacuüm lijkt te worden ingevuld door totalitaire onderstromen, grotere controle op steeds lager niveau door politie, handhaving en bewakingspersoneel. De discipline van het kapitalisme is steeds sterker en grijpt in deze tijd in iedere vezel van de maatschappij. Veel meer dan vroeger. Het is belangrijk elke barrière tegen een verder oprukken van het kapitalisme op te werpen.
Ten aanzien van de vraag welk compromis het kapitalisme nu zou kunnen kiezen meent
Van der Pijl dat dit eigenlijk alleen een groep kan zijn die het mechanisme van het kapitalisme door en door begrijpt, de belemmeringen kent en reformistische blokkades kan inbouwen.
Het kapitalistische systeem kan alleen bestaan als er naast de kapitalistische sector een andere sector bestaat. Dat is in Europa altijd de overheid geweest.
Van der Pijl benadrukt dat de klassencompromissen niet worden geïnitieerd door werkgeversorganisaties. In deze groeperingen zijn geen ideologen actief. Het gevaar komt van de ideologen die een raster leggen op de maatschappij en alles wat buiten het raster valt ofwel proberen in het raster te dwingen ofwel te elimineren. Dit soort ideologen zijn te vinden in groeperingen als Bilderberg maar niet in de bedrijfssectoren.
De oorzaak van de hedendaagse verkramping heeft te maken met het gevoel dat er sprake is van een noodsituatie die door de overheid niet kan worden opgelost.
Ten aanzien van de complottheorie dat de Bilderberggroep de touwtjes in handen heeft, is dat natuurlijk onzin, maar een complottheorie komt niet uit de lucht vallen. Er lopen heel veel samenzweringen door elkaar. Een complot is in feite een plan, en iedereen maakt plannen. De Bilderberggroep heeft de touwtjes niet in handen, maar is wel één van de spelers die een bepaalde richting uit probeert te sturen en daar tot op zekere hoogte in kan slagen omdat er invloedrijke mensen bij betrokken zijn.
Een toehoorder betwijfelt of een ecologisch compromis mogelijk was geweest omdat kapitalisme steunt op groeiende consumptie terwijl ecologische tendensen juist uitgaan van minder consumeren, meer hergebruik etc.
Van der Pijl stelt dat de reden voor de crisis in de jaren 70 ecologisch was. De uitkomsten van de Club van Rome, die later op veel punten niet correct bleken, veroorzaakten een schok. De aarde was in 140 jaar industriële ontwikkeling opgegeten.
Een aantal wetenschappers nu stelt dat het kapitalisme kan proberen groene elementen toe te voegen aan het kapitalistische systeem en dit in het systeem kan vlechten. De zorg van die mensen is wel hoe dit tot stand te brengen zonder dat de overheid het overneemt omdat zij bang zijn dat de planeconomie/het socialisme via de achterdeur mee komt met een dergelijke vervlechting.
Van der Pijl voert aan dat de compromissen verschillend zijn in verschillende landen en continenten. Er zijn over de wereld verschillende tendensen. In de tijd is er met betrekking tot het liberalisme een schakering aan steunpilaren geweest.
Hugo de Groot is de grondlegger van het liberalisme; Locke heeft dit overgenomen.
Ook de slavernij is onderdeel geweest van het liberalistische systeem. Niet het oude slavernijsysteem zoals dat in Europa is geweest, maar het koloniale slavernijsysteem als onderdeel van het liberalisme.
In Frankrijk was de situatie voor de Franse revolutie een maatschappij die volledig onder controle stond van de absolutistische vorsten (L’état c’est moi). Deze staat werd geleid door mensen die ieder facet van de maatschappij wilden controleren en dat is voor de bevolking een blok beton waar je onder ligt. Hiertegen kwam verzet die uitmondde in de Franse revolutie.
Poetin symboliseert de terugkeer van de macht aan de staat. Dat is wat de westerse wereld aan deze machthebber stoort. Jeltsin had daarvoor de staat uitverkocht en dat beviel het westen veel beter.
Nu is het liberalisme volledig uitgehold en het enthousiasme voor de 18e eeuwse Verlichting dat werd gedragen door intellectuelen die deze Verlichting overal wilden, is verdwenen. Ook dat is te zien aan de verkramping van de maatschappij op het moment dat er maatschappijkritiek is.