Deze bijeenkomst had de vorm van een paneldiscussie tussen vier activisten, en vervolgens ook een gesprek met de zaal. De activisten waren alle vier op verschillende manieren betrokken geweest bij het organiseren en/of de uitvoering van een actie tegen racisme tijdens de Sinterklaasintocht in Rotterdam, een paar maanden eerder. Twee van hen identificeren zich als zwart, en de twee anderen als wit. Tijdens het gesprek kwamen zaken aan de orde zoals risico’s en veiligheid, samenwerking tussen groepen met verschillende soorten actie-ervaring, leiderschap- en hoe deze zaken verschillende implicaties kunnen hebben voor witte mensen en zwarte mensen of niet-zwarte mensen van kleur. Een belangrijke conclusie was dat het goed is om deze zaken ook in het samenwerken en voorbereiden van een actie expliciet te bespreken. Dat kan vertrouwen bouwen en maakt ook de actie sterker, omdat de kans groter wordt dat iedereen een rol vervult die past. Meer specifiek: dat witte mensen bondgenoten kunnen zijn op een manier die aansluit bij de analyse en prioriteiten van de initiatiefnemers van kleur. Ook werd besproken hoe lastig het soms is om deze dingen aan te kaarten, en dat vertrouwen nodig is om dit te kunnen doen. Tegelijkertijd werd ook gezegd dat juist het samen uitvoeren van acties én het hebben van dit soort, soms wat ongemakkelijke, gesprekken, ook het vertrouwen versterkt.
Eén van de meer specifieke punten die werden besproken had te maken met het rekening houden met en proberen te voorkómen van politiegeweld en andere risico’s. De ervaringen hiermee en inschattingen hiervan liepen uiteen tussen de witte activisten en de zwarte activisten en mensen van kleur. Mensen die geen wit privilege hebben krijgen sneller te maken krijgen met politiegeweld en bijvoorbeeld het niet tonen van legitimatie houdt een groter risico in op vreemdelingendetentie. De panelleden waren het erover eens dat het goed is als witte mensen daarom gebruik maken van hun witte privileges op een manier die nuttig is voor de actie. In dit geval was dit bijvoorbeeld door zich in de ruimte zo te verdelen dat zij dichter bij de politie stonden dan de mensen van kleur (een ‘wit schild’ of ‘white shield’). Omdat de ervaringen en verwachtingen tussen verschillende groepen soms ver uiteen lagen, was het tijdens de voorbereidingen nodig dat zwarte mensen dit expliciet aankaartten; het zou beter zijn als witte bondgenoten hier zelf meer initiatief en bereidwilligheid in toonden.
Een ander bespreekpunt was de noodzaak dat witte mensen in hun activisme en andere activiteiten in brede zin, een antiracistische analyse verwerken. Op die manier kun je recht doen aan het feit dat racisme doorwerkt in bijvoorbeeld zaken rond het recht op de stad, arbeidsmarkt, milieu enzovoorts. De strijd tegen racisme moet daarom onderdeel zijn van al deze soorten activisme. Een antiracistische analyse en bedenken van expliciet antiracistische strategieen moet dus onderdeel zijn hiervan, juist ook in groepen die overwegend wit zijn.
Dit soort gesprekken worden weinig gevoerd. Sommige mensen uit het publiek waren ontroerd dat je dit soort gesprekken kan voeren op een open en respectvolle manier. Hopelijk kan dit panelgesprek mensen inspireren om zelf ook vergelijkbare gesprekken te voeren in hun bewegingen.